Bijna energieneutraal: van EPC naar BENG

Vanaf 2021 gelden in plaats van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) drie grootheden:

  • BENG 1: de maximale energiebehoefte (in kWh/m² per jaar)
  • BENG 2: het maximale primair fossiel energiegebruik (in kWh/m² per jaar)
  • BENG 3: het minimale aandeel hernieuwbare energie (procentueel ten opzichte van het gebouwgebonden energiegebruik)

Voor BENG 1 geldt dat de eis afhankelijk is van de gebouwvorm. Dit voorkomt dat er straks alleen nog maar compacte, kubusvormige gebouwen worden gebouwd. Het doel van de BENG 1-eis is dat gebouwen niet (alleen) energiezuinig zijn vanwege de installaties. Daarom wordt hier altijd gerekend met hetzelfde basis-ventilatiesysteem van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer. Het daadwerkelijk gekozen ventilatiesysteem zie je pas terug in BENG 2 en 3.

 

BENG 1, 2 en 3 in beeld (Lente-akkoord, 2017)

Thermische isolatie

De eisen voor thermische isolatie blijven vrijwel hetzelfde als in Bouwbesluit 2012. Maar omdat de rekenmethode is aangepast (van NEN 1068 naar NTA 8800) lijken de eisen zwaarder. De nieuwe rekenmethode geeft bij dezelfde constructie-opbouw namelijk een andere Rc-waarde. Daarom zijn de minimale Rc-waarden verhoogd (Bouwbesluit 2012 artikel 5.3):

  • Lid 1            Rc-waarde gevels ≥ 4,7 m²K/W (in plaats van ≥ 4,5 m²K/W)
  • Lid 3            Rc-waarde daken ≥ 6,3 m²K/W (in plaats van ≥ 6,0 m²K/W)
  • Lid 5&6       Rc-waarde begane grond vloeren ≥ 3,7 m²K/W (in plaats van ≥ 3,5 m²K/W)
  • Lid 8            Rc-waarde wanden bij onverwarmde ruimten ≥ 4,7 m²K/W (in plaats van ≥ 4,5 m²K/W)

De maximale U-waarden voor ramen en deuren blijven gelijk. Bij de verbouweisen (Bouwbesluit 2012 artikel 5.6) worden de aangegeven minimale Rc-waarden met 0,1 m²K/W verhoogd.

 

Voorkomen oververhitting

De zomers in Nederland worden steeds warmer en woningen zijn steeds beter geïsoleerd. Hierdoor kan de binnentemperatuur hoog oplopen. Daarom is er een nieuwe eis tegen oververhitting. Deze geldt alleen voor woningen en vakantiewoningen. We zullen dus vaker adviseren om bijvoorbeeld zonwering te plaatsen.

 

Er wordt een eis gesteld aan elke rekenzone van een woning:

  • TOjuli ≤ 1,20 (door middel van een vereenvoudigde NTA 8800-berekening);
  • Gewogen temperatuuroverschrijding (GTO) ≤ 450 uur per jaar (met een dynamisch simulatieprogramma).

Als er in de rekenzone sprake is van koeling geldt: TOjuli = 0 en wordt er voldaan aan de eis.

Oververhitting bij groepszorgwoningen en kamerverhuur

Ook groepszorgwoningen moeten voldoen aan de TOjuli-eis. Hierbij is een onderscheid tussen zelfstandige en onzelfstandige wooneenheden. Onzelfstandige wooneenheden hebben bijvoorbeeld een gezamenlijke keuken of badkamer. Deze wooneenheden vormen samen één rekenzone. Hierbij is dus maar één toetsing aan de TOjuli-eis nodig. Bij zelfstandige wooneenheden is elke wooneenheid een aparte rekenzone. En omdat deze wooneenheden vaak klein zijn, is het risico op oververhitting groter. Natuurlijk is dit ook afhankelijk van de oriëntatie en de hoeveelheid glas.

 

Daarnaast bestaan er combinaties van zelfstandige en niet-zelfstandige wooneenheden. Voor het voorbeeld in de afbeelding hoeven maar drie rekenzones aan de TOjuli­ getoetst te worden:

  1. Zelfstandige wooneenheid 1
  2. Zelfstandige wooneenheid 2
  3. De groep van onzelfstandige wooneenheden (inclusief gezamenlijke voorzieningen)

Certificering

Alleen BRL 9500-gecertificeerde medewerkers mogen BENG-berekeningen maken. Bij SPA WNP ingenieurs hopen Daan Steeghs en Gerton van Middendorp binnenkort hun certificaat te halen. Het registreren van de gemaakte berekeningen bij de rijksoverheid verzorgt SPA WNP ingenieurs nu al graag voor u.

Gevolgen voor u

Als bouwer of opdrachtgever heeft u vanaf 2021 te maken met een aantal nieuwe verplichtingen. Zo moet u bij de vergunningaanvraag een berekening aanleveren en komt er een extra toetsmoment bij de oplevering. Deze extra toets vraagt om extra (administratieve) werkzaamheden tijdens de bouw. Zo moet u in een dossier de facturen bijhouden van onder andere isolatiematerialen en installaties. En u moet foto’s laten maken tijdens het aanbrengen ervan. Bij de oplevering controleert de gecertificeerde adviseur of de gemaakte energieprestatieberekening overeenkomt met het gerealiseerde gebouw. Ook controleert hij of zij het dossier met alle foto’s en facturen. Indien nodig moet de energieprestatieberekening worden aangepast aan de werkelijke situatie.

Meer weten?

Kijk voor een overzicht van de energieprestatie-eisen op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.